PLAAGDIER BEHEERSING

Mieren

Informatie over mieren


Mieren behoren tot de wespachtigen. Dit is ook wel een beetje aan hun uiterlijk te zien. Er bestaan ook wespen die net als mieren, holen graven om hun larven in op te laten groeien. Bij een tussengroep die nog wel tot de echte wespen gerekend wordt, de zogenaamde "mierwespen", hebben de vrouwtjes al geen vleugels meer en leven op zandige terreinen (ook in Nederland).
Wespen hebben angels waarmee ze gemeen kunnen steken. Ook sommige miersoorten hebben nog angels. In vochtige weilanden in ons land leven rode steekmieren, die niet aarzelen hun angels te gebruiken. Soms wordt je in het gras gestoken in je voet zonder een insect te zien wegvliegen. Dit kan dan heel goed een rode steekmier geweest zijn. De bekende zwarte wegmier (de mier die graag in huis komt en nesten onder terrastegels maakt) en de rode bosmier hebben geen angel. Deze mieren bijten en spuiten vervolgens met hun achterlijf een stekend zuur in de wondjes. Dit zuur is een soort extra sterk azijnzuur en heet "mierenzuur". De zwarte wegmier kan moeilijk door de menselijke huid heen bijten, voor de rode bosmier is dat echter een koud kunstje.
Mieren zijn sociale insecten, d.w.z. ze leven en werken samen in kolonies. Een koninginnenmier heeft als enige taak eitjes te leggen en kan circa 15 jaar oud worden. Zij, haar eitjes en de opgroeiende larven worden verzorgd door jonge werksters (vrouwtjes mieren). Werksters worden circa 3 jaar oud. Mieren in onze streken houden een winterslaap van ongeveer november tot maart. Daarom verschijnen ze weer in het vroege voorjaar als het weer wat warmer wordt.

Hoe zien mieren er van dichtbij uit?
 
De meeste miersoorten zijn zwart,bruin of geel of hebben een combinatie van deze kleuren. Op hun kop hebben ze zoals de meeste insecten voelsprieten. Naast het voelen hebben deze sprieten de nog belangrijkere functie van reukorgaan. Er zitten veel zeer gevoelige geur receptoren op de sprieten. Mieren gebruiken geur om nestgenoten te herkennen. Een mier van het zelfde soort, maar met de "verkeerde" geur, wordt als vijand beschouwd en aangevallen. Ook zetten mieren geursporen uit als ze voedsel hebben gevonden. Op deze manier kunnen andere werkstermieren snel het voedsel terug vinden. Als er veel voedsel op een plek ligt wordt door steeds meer mieren het geurspoor versterkt, waardoor soms dikke rijen mieren op en af gaan. Mieren hebben sterke kaken om prooien en vijanden mee te doden maar ook om voedsel in transportklare brokjes te knippen. De kaken komen ook van pas om mee te graven en om de losgemaakte zandkorrels, het nest uit te dragen. Op de kop zijn ook twee samengestelde ogen aanwezig, waarmee ze best redelijk kunnen zien. Mieren kunnen niet horen. Wel hebben zij op hun poten kleine haartjes waarmee ze bewegingstrillingen via de lucht kunnen opvangen.
Achter de kop zit het borststuk waar de zes poten aan vast zitten en daarachter bevindt zich het achterlijf.
Waarom komen mieren vooral in het voorjaar in huis?
Na hun winterslaap, is het eerste doel van de mieren voedsel vinden, om de koningin te voeden zodat zij weer eitjes gaat leggen en om de jonge larven te voeden. Mieren houden van warmte en zoeken daarom in  het nog koude voorjaar het liefst voedsel op warme plekken, waar de zon schijnt of in een lekker warm huis. Deze verkenner mieren lopen nog wat rond en gaan schijnbaar doelloos heen en weer tijdens hun zoektocht, maar als ze eenmaal iets lekkers gevonden hebben zetten ze een geurspoor uit naar hun nest en laten hun nestgenoten ruiken dat er voedsel te vinden is aan het eind van het geurspoor. Als er flink wat voedsel aanwezig is zoals bijvoorbeeld in een prullenbak, ontstaat er een dikke rij mieren die heen en weer gaat tussen nest en voedsel.

Wat eten mieren?

Mieren zijn alles eters en daarom zijn ze ook zeer nuttig. Dode dieren, larven van schadelijke insecten, etc. worden netjes opgeruimd. Als mieren in huis komen, zijn ze vooral dol op zoetigheid zoals zoet broodbeleg, gemorste limonade of ijs. Maar ook gevallen vlees(waren), kaas, brood, e.d. worden in kleine stukjes naar het nest vervoerd.
Als mieren voedsel in de keukenkastjes hebben gevonden, is dit een lastig probleem. Zelfs als dit voedsel is verwijderd blijven de mieren binnenkomen en gaan zoeken naar het voedsel.
Een ander probleem in de tuin is, dat zwarte wegmieren gek zijn op het zoete vocht (honingdauw) dat bladluizen uitscheiden. De bladluizen worden daarom door de mieren beschermd tegen hun natuurlijke vijanden, zoals het lieveheersbeestje en hun larven. Door de goede bescherming van de mieren neemt het aantal bladluizen snel toe, waarna de mieren zelfs de jonge bladluizen mee nemen in hun kaken en op andere planten uitzetten.
Welke soorten mieren veroorzaken last?
De mier die het meest overlast veroorzaakt, is de zwarte wegmier. Deze komt het meest in huis en laat terrassen verzakken door er nesten onder te graven. In bosachtige streken, wil de rode bosmier wel eens in huis komen, maar ook lastig zijn in de tuin, bij buiten eten of in het gras spelen. De rode stekende mier in weilanden veroorzaakt bij spelende kinderen nog weleens een steek. 
Soms reizen meer exotische mierenkoninginnen mee met kamerplanten. Deze mieren kunnen bij ons de winter niet buiten overleven, en vestigen zich in huis. Voorbeelden daarvan zijn:  de faraomier, de schaduwmier en houtmier. Deze bouwen hun nesten vaak in spouwmuren of in de kruipruimte.

Hoe planten mieren zicht voort?

In het mierennest leven voornamelijk vrouwelijke mieren. Zij hebben verschillende taken. Ten eerste is er de koningin, die continu eitjes legt. Daarnaast zijn er de werkster mieren. Jonge werksters blijven eerst nog in het nest en verzorgen de jongen, oude werksters worden er vaak als verkenner op uitgestuurd om voedsel te vinden. De andere werkster graven het nest uit en halen voedsel.  Als het nest wat groter is, hebben sommige van deze werksters extra grote kaken, de "soldaten". Zij graven met hun grote kaken sneller dan de gewone werksters. Als er gevaar dreigt voor het nest gaan zij naar buiten om het nest te verdedigen.
Alle werksters komen uit bevruchte eitjes. Aan het begin van de zomer begint de koningin ook onbevruchte eitjes te leggen. Hieruit groeien mannelijke mieren op. Zij zijn even groot als de normale werksters maar hebben vleugels. Zij blijven in het nest en doen niets anders dan eten. Tegelijkertijd worden ook normale vrouwelijke larven gevoed met speciale voeding. Hieruit ontstaan grotere vrouwelijke mieren en zij hebben ook vleugels. Dit zijn nieuwe koninginnen.
Een paar keer in het jaar, meestal in Augustus, vliegen de mannetjes en nieuwe koninginnenmieren uit om te paren. Dit gebeurt op warme, vochtige en redelijk windstille dagen. Alle nesten van gelijksoortige mieren vliegen tegelijk uit. Hoog in de lucht paren de mieren. Alleen de sterkere mieren komen zo  hoog en door de hoogte is de kans groot op een partner van een ander nest. Hierdoor worden de genen van de mieren divers genoeg gehouden. Als in Augustus meeuwen of zwaluwen op flinke hoogte rondcirkelen, is dit meestal een teken dat er vliegende mieren zijn. Zij doen zich te goed aan de vele weldoorvoede koninginnenmieren.
Na het uitvliegen gaan alle mannetjes dood. Dit geldt ook voor de onbevruchte koninginnenmieren. De bevruchte koninginnenmieren echter, bijten hun vleugels af en gaan op zoek naar een geschikte holletje om een nieuwe kolonie te stichten. Hier overwinteren zij en beginnen in het voorjaar met eieren leggen. De eerste larven worden door haar gevoed met afscheidsel uit haar mond. Zodra de larven verpopt zijn, gaan deze eerste werkstermieren de koningin verzorgen en het nest uitgraven.

Zijn mieren schadelijk?

De mieren in ons land zijn eerder hinderlijk dan schadelijk. Bezoek van mieren in huis is ongewenst maar staat niet bekend als risico op ziekte verspreiding. Een steek of beet doet zeer maar is niet gevaarlijk (behalve in een uitzonderlijk geval van een allergische reactie). Een totaal verzakt terras door mierennesten is natuurlijk heel ergerlijk en terecht komen in een uitvliegende zwerm vliegende mieren is al helemaal niet fijn.
Exotische mieren die nesten bouwen in huis kunnen wel echt schadelijk zijn. De faraomier bijvoorbeeld kan ziektekiemen verspreiden. De houtmier kan verzwakt hout aantasten.


 
Opbellen
E-mail
Info